Het verhaal van Ivar

Toen iedereen enigszins ver heen was nodigde m’n chef me uit om te gaan stappen in Amsterdam. Ik ben mee geweest, maar echt leuk vond ik het niet. Cafés op de wallen en hij zou me wel aan een vrouw helpen.

Inleiding

In het onderstaande verhaal probeer ik m’n eigen leven te beschrijven. Alles zoals het hier staat is zoals ik het me nu kan herinneren. Dat betekent dat niet alle details hierin staan. Maar de dingen die zeker hun invloed gehad hebben staan hierin vermeld. Als beginpunt heb ik het moment genomen dat ik me bewust werd van het feit dat ik anders was. Dat ik jongens leuker vond als meisjes heb ik altijd al geweten, maar niet dat men dat homoseksualiteit noemt.

Ik heb toen beslissingen genomen die, achteraf gezien, niet altijd wijs zijn geweest.
Door dit verhaal te schrijven hoop ik te begrijpen waarom ik toen zo gehandeld heb en wat de gevolgen ervan zijn geweest.
Een ding staat als een paal boven water, ik heb het mezelf onnodig moeilijk gemaakt en door dit zo open mogelijk te vertellen hoop ik dat iemand die zich in een soortgelijke situatie bevindt zich eerder out. Dat ik mezelf jaren heb afgesloten voor de werkelijkheid is mijn eigen keus geweest, als ik dat bij iemand anders kan voorkomen, door middel van dit verhaal, zou ik dat zeer positief vinden.
Om het mezelf makkelijk te maken heb ik de hoofdlijnen enigszins chronologisch geordend. Hopelijk geeft het voldoende inzicht in het hoe en waarom van m’n acties en beslissingen.

1988
Onvoldoende resultaat op de Havo. Dus ik moest naar de Mavo. Ik was toen 16 jaar, midden in de pubertijd en zo dwars als maar kon. Aangezien Mavo niet op de school was waar ik op zat moest ik naar een andere school. Daar begonnen de problemen. Toen had ik alleen de oorzaak nog niet door, die ontknoping volgde later. Een nieuwe school en een nieuwe klas. Dus een nieuwe kans. Doordat ik me alleen voelde en emotioneel gezien toch enigszins in de grond getrapt was op vorige scholen ging ik tijdens de pauzes proberen mij bij een groepje medeleerlingen aan te sluiten. Maar een groep waarbij ik me thuis voelde kon ik niet vinden. Maar wel was er een jongen waar ik over van alles kon praten en we trokken veel met elkaar op. Ook hij kon geen aansluiting vinden in een groepje. Hij was net als ik een beetje een einzelganger. Beide waren we enigszins verstoten uit de groepscultuur die heerste op school. Zijn naam was Pascal. De eerste week werden we op alfabetische volgorde in de klas geplaatst. Later mochten we zelf uitmaken naast wie je wilde zitten. Ik ging dus altijd bij Pascal zitten of hij bij mij. Na een paar weken realiseerde ik mezelf dat er iets niet klopte. Steeds als ik niet op school was miste ik hem en keek al uit naar de volgende gelegenheid dat ik hem kon zien en als ik wel op school was voelde ik me intens gelukkig. Een hoop klasgenoten hadden een vriendin en/of waren verliefd. Zelf kon ik me niet precies voorstellen wat verliefdheid was. Dus ik ging eens rondvragen. De antwoorden die daar uit voort kwamen leken verdacht veel op m’n gevoelens voor Pascal. Iemand missen als die er niet is. Een verlangen naar samen zijn en tegen elkaar aanzitten. Dus ik ben verliefd op Pascal, een jongen! Hier klopt iets niet, dacht ik bij mezelf. Een jongen hoort meisjes leuk te vinden. Alleen ik was helemaal niet geïnteresseerd in meisjes. Je kon er wel mee praten maar een goed gevoel ervan krijgen dat had ik niet. Voor die gevoelens bleek ook een naam te bestaan. Voornamelijk gebruikt als scheldwoord was het woord homo bij me bekent. Alleen nu begon het begrip homo betekenis te krijgen. Alleen ik kende helemaal geen homo’s; alleen die van tv, en zo ben ik niet. Ik zag mezelf niet als een Jos Brink of zo. In de familie waren verder ook geen homo’s bij me bekend. Een goed voorbeeld was er dus niet. Wat moest ik nu doen, de hele wereld (school) vertellen dat ik homo was of kon beter niets zeggen. M’n positie in ogenschouw nemend besloot ik om m’n mond maar te houden. Aangezien ik al behoorlijk gepest werd op school had ik geen behoefte om de pesterijen intensiever te laten worden. En om dat te voorkomen kan je beter jezelf niet bloot geven. Dan geef je ook geen aanleiding tot pesterijen.
Wadlopen Mavo
De pesterijen waren zo intensief dat ik door een groep van een andere school, buiten werd opgewacht om even in elkaar geslagen te worden. Op een gegeven moment stonden ze met een man of 10 met kettingen en knuppels. De situatie was toen dermate uit de hand aan het lopen dat ik op dat moment door de politie naar huis gebracht ben. Een ruzie met m’n buurjongen, die al jaren speelde, bereikte toen wel zijn hoogtepunt. Hij had “vrienden” van een andere school zover gekregen dat ze hem gingen helpen. Als buitenbeentje van de klas was ik kennelijk een makkelijk slachtoffer. In de tijd dat het pesten op school speelde en mijn gevoelens voor Pascal ook steeds hevigere vormen aannam lag ik erg in de knoop met mezelf. Op een een of andere manier was ik er emotioneel niet aan toe om toe te geven aan mijn gevoelens die ik koesterde voor Pascal.. Ik voelde me heel erg aangetrokken tot Pascal, tegelijkertijd werd ik intensief geterroriseerd op school. Ik wist niet hoe ik dat gevoel een plaats moest geven in m’n leven. Ik was dermate bang om opnieuw getreiterd te worden dat ik maar de makkelijkste weg koos. Gewoonweg verzwijgen. Daardoor voelde ik me steeds eenzamer en onbegrepen. Ik had het gevoel dat alles me aan het ontglippen was. Ik kende toen het begrip “in de kast zitten” niet maar het beschrijft wel hoe ik me voelde. Omgesloten in een zelfgebouwde kast en de sleutel kan je niet vinden. Je gaat je in een klein kringetje opsluiten, je horizon versmalt en ik wist me gewoon geen raad.

In deze gemoedstoestand ben ik op een avond van huis gegaan met een brief op m’n bed achterlatend. Ik ben op de fiets naar Heemstede gereden, heb keurig m’n fiets tegen een schrikhek gezet en nog op slot gezet en vervolgens ben ik op een overweg gaan staan. Op een plaats waar de treinen 120 km reden. Mezelf afvragend waarom ik leefde en ik niet gewoon kon zijn net als de rest. Waarom was ik het pispaaltje van de klas. Ik heb staan huilen en schreeuwen waarom ik nou homo moest zijn en waarom ik niks durfde te zeggen tegen Pascal. Ik voelde me zo totaal in de steek gelaten, eenzaam en mislukt. Niets hielp om dat depressieve gevoel weg te nemen. Dat gevoel van eenzaamheid en verlatenheid beperkte mijn blikveld. Ik zag in dat IK niet normaal was en dat IK me dus moest aanpassen. Alleen dat aanpassen wilde ik niet, ik behoorde niet tot een meerderheid. Eindelijk kwam de trein, ik zie nog de drie gele lampen op me af komen. De rails beginnen te ruisen en een luid getoeter komt op me af. Op eens ontwaak ik uit m’n roes en ik stap opzij. De trein suist met gierende remmen voorbij, ik stap op m’n fiets en ga naar huis. Ik moet nog een brief weggooien.

Ondanks het besluit om mijn geaardheid te onderdrukken bleven de gevoelens voor Pascal. Op een gegeven moment zijn we tijdens een tussenuur naar z’n ouderlijk huis gegaan om een bakkie koffie te drinken. Op een gegeven moment ontstond een beetje een intieme sfeer. We spraken over allerlei onderwerpen die eigenlijk niets met school te maken hadden. Tijdens die conversatie zat ik een beetje te vissen, ik wist immers niet of hij ook zo was als ik. Ik was ondertussen tot over mijn oren verliefd en mijn gedachtewereld bestond alleen maar uit Pascal, Pascal en nog eens Pascal. Dus ik zat voor mezelf af te wegen van zal ik wel, of zal ik het niet vertellen, over m’n verliefdheid op hem. Toen ik op het punt stond om hem te vertellen hoe en wat mijn gevoelens waren ten opzichte van hem, kwam zijn moeder binnen. Ik sloeg helemaal dicht en eigenlijk is het nooit meer zover gekomen dat ik het hem durfde of kon vertellen. Het enige wat ik nog eens verteld heb is dat ik hem een leuke jongen vond. Maar zoiets is voor meerdere dingen uit te leggen. Na dat schooljaar ging ik weer naar een andere school en ik heb Pascal eigenlijk nooit meer gezien.

1989
Weer een nieuwe school en weer een nieuwe kans om m’n leven te beteren. Doordat ik mezelf niet kon of wilde zijn bracht ik mezelf steeds in de problemen. Terugkijkend kan ik gerust stellen dat ik echt mezelf niet was en dus een andere persoon speelde. Door dit toneelspel had ik eigenlijk ook geen zelfvertrouwen meer. Alles wat ook maar iets te maken had met m’n persoonlijkheid werd afgeweerd door een hele dikke en hoge muur die ik om me heen had gebouwd. Tegelijkertijd met mij kwam er ook een andere jongen bij me in de klas. Ik vond hem direct al heel leuk. Ik vond dat hij ook een leuke naam had, hij heette Remco. Eerst een praatje en tegenover hem zitten in de klas. Kijken werd staren en staren werd adoreren. Op school verkeerde ik in een soort van roes. Kijken naar Remco gaf me veel voldoening. Een bijna niet te beschrijven gevoel van gelukzaligheid kwam boven als ik hem zag of sprak. Ik wilde alles voor hem doen. Ik hielp hem met zijn krantenwijk en met zijn huiswerk in zoverre ik het zelf snapte. Elke mogelijkheid om bij hem te zijn of om naar hem te kunnen kijken greep ik aan. Ik ben zelfs zover gegaan dat ik op een avond naar zijn huis gegaan ben om door de ramen te gluren. Dit heb ik maar een keer gedaan want ik vond toch dat dat niet kon. Na de ervaring van vorig jaar durfde ik het hem niet te vertellen. Wel werd steeds vaker geroepen dat ik homo zou zijn. Ik ontkende dit met kracht. Ik wilde absoluut niet dat ik weer eindeloos gepest zou worden. Om die reden ging ik me ook aansluiten bij groepen in de klas waar ik me helemaal niet in thuis voelde. Ik wilde gewoon bij een groep horen zodat ik me niet zo eenzaam voelde. En ook om allerlei lastige persoonlijke vragen te voorkomen. Maar juist omdat ik mijn gevoelens voor jongens ontkende werd ik juist geremd in het maken van vriendschappelijke contacten.. Op een gegeven moment vraagt m’n moeder waarom ik eigenlijk geen vriendinnen heb. Zij zette toen de deur op een kiertje. Helaas vroeg ze het net op een moment dat ik even niet wist hoe ik dat moest aanpakken. Ik had mijzelf geïsoleerd van de omgeving, ik liet niemand meer toe. Nu zullen de puberhormonen ook wel een rol hebben gespeeld maar dat is achteraf. Dus ik antwoordde dat ik het niet wist.

Toen ’s avonds realiseerde ik me dat dat m’n kans geweest was om voor m’n geaardheid uit te komen. Ik had gehoopt dat ze het nogmaals zou vragen maar dat heeft ze nooit gedaan. Zelf durfde ik er niet over te beginnen. Ik had ondertussen al zo’n muur om me heen gebouwd dat ik er niet meer overheen kon kijken. Ik had een nieuwe hobby waar ik al m’n energie in kwijt kon. Namelijk stoomtreinen. Zoals elke puber naar een disco of kroeg ging, ging ik naar de stoomtreinen. Doordat ik al m’n energie daar instopte heb ik binnen die club wel veel bereikt alleen op het persoonlijk vlak zat het nog steeds goed fout. Ik droomde van mooie jongens en eventuele liefdevolle relaties die ik daarmee zou aangaan. Maar het bleven bij dromen. Op school werd heel homo onvriendelijk gesproken en op de hobbyclub ook. Dus de drang om te leven naar mijn gevoel werd op die wijze effectief onderdrukt. Ik had mijn hobby en verder amuseerde ik mijzelf wel. Ik had daar niemand voor nodig. M’n ouders hebben (helaas) nooit meer vragen gesteld.

1990
Examenjaar voor de MAVO. Door m’n hobby wist ik wat ik wilde n.l. in de mechanische techniek. Na m’n examen ging ik dus naar de MTS. Mijn persoonlijke situatie op de MAVO sleepte zich voort. Ik durfde niet voor m’n geaardheid uit te komen en niemand vroeg wat, dus een eerlijk antwoord geven kon ik ook niet. Zolang niemand wat vroeg zou ik het niet zeggen. De situatie stabiliseerde zich, ik speelde toneel en ik was mezelf helemaal niet. Als iemand wat vroeg over mij persoonlijk werd hij/zij meteen afgebekt. Ik zorgde er ook voor dat ik niemand wat vroeg op persoonlijk vlak. Je loopt dan immers een veel grotere kans dat zij ook wat aan jou gaan vragen. En dat moest zo veel mogelijk voorkomen worden. De muur om m’n persoonlijkheid was ondertussen al heel hoog en heel dik. De enige belevenis die nog de moeite waard is om te vertellen is de werkweek die we met de klas op Texel hebben doorgebracht. Ik had het voor elkaar gekregen om vlakbij Remco te slapen. ’s Avonds laat stond ik speciaal op om naar hem te kijken. De neiging om hem te zoenen kon ik maar met moeite onderdrukken. Gelukkig is nooit iemand erachter gekomen maar ik heb een van die nachten lopen huilen als een klein kind. Ik had weer zo’n aanval dat ik me intens eenzaam voelde. Ik heb in die tijd gedacht dat ik de enige homo was en dat mijn liefde voor Remco onmogelijk was. In die tijd heeft een meisje in de klas het lef gehad om te vragen of ik verkering met haar wilde. Ik zal maar niet opschrijven wat ik toen gezegd heb, ik schaam me er nog steeds voor.

1991-1995
De MTS was zo hetero dat ik gedurende 4 jaar weer m’n mond gehouden heb en alleen heel stiekem naar jongens keek. Maar ik gaf er niet aan toe. Ik wilde perse voorkomen dat ik weer geterroriseerd werd. Dus, vond ik, moest vooral gezorgd worden dat de ‘vijand’ geen handvat kreeg om weer met pesterijen te beginnen. M’n energie ging op aan de stoomtreinen en ik haalde in die tijd m’n stokersdiploma, rangeerdersdiploma en machinistendiploma voor stoomlocomotieven. Ik leek gelukkig in die tijd maar door dat ik nog steeds niet wilde toegeven aan mijn homoseksualiteit was dat maar schijn. Fysiek gezien had ik alles voor elkaar maar emotioneel had ik me totaal van de buitenwereld afgesloten.

Ondanks de heterowereld waar de MTS uit bestond, keek ik wel om me heen. In de klas zaten echtwel leuke jongens. Maar door het diep in de kast zitten wordt je een beetje contactgestoord. Je wilt voorkomen dat mensen ook maar kunnen gaan denken dat je homo zou kunnen zijn. Dus elke toenadering tot de leuke jongens vermeed ik maar. Misschien dat het gevoel wat ik bij het zien van die jongens kreeg wegging. Alleen in de derde ben ik met een klasgenoot op vakantie geweest in Duitsland. Ik vond hem een hele leuke jongen maar hij was zo hetero als maar kon dus weinig kans. Ondertussen heb ik hem wel verteld dat ik homo ben en ook dat ik hem wel leuk vond. Dat heb ik gedaan op een moment dat z’n vriendin er niet was. Haar ken ik eigenlijk niet en ik vond het niet nodig om haar daarmee lastig te vallen. Ik moet zeggen dat het wel een moeilijk moment was toen ik het hem vertelde maar hij vatte het sportief op en hopelijk is de vriendschap niet verloren.

Het laatste jaar moesten we stage lopen bij drie verschillende bedrijven. Dit was een hele leuke ervaring en ik kreeg dan ook hele positieve beoordelingen. De eerste was een machinefabriek, de tweede een papierfabriek en de derde de elektriciteitscentrale Bij de laatste 2 had ik het zo naar m’n zin dat ik daar wel wilde werken na m’n school. Ik wilde namelijk niet meer naar school ondanks dat ik HTS wel aankon volgens velen. Na school een periode van RWW. Schrijven, solliciteren en werken via een uitzendbureau. Na 2 maanden een baan bij een bedrijf in Alphen aan de Rijn. Alleen eigenlijk geen werk in m’n vakgebied. Dus na 2 maanden weer weg. Vervolgens ben ik via een uitzendbureau gaan werken in een Plasticfabriek in Amsterdam. Ik kon goed opschieten met m’n directe chef, die nog steeds een vriend van me is. Maar met de collega’s vlotte het niet erg. Doordat ik mezelf niet kon en wilde zijn speelde ik gewoon een toneelspel. Vragen over vrouwen probeerde ik te vermijden. En op de vraag waarom ik geen vriendin had werd door mij afgebekt met ‘vrouwen kosten geld en dat laatste heb ik niet’ De enige dingen die voor mij een rol speelden waren het werk, de hobby en ordinair geld verdienen. In die tijd geloofde ik nog dat geld gelukkig maakte.

Op een gegeven moment was er een receptie met de afdeling. Die werd gegeven in het restaurant de Coentunnel. Toen iedereen enigszins ver heen was nodigde m’n chef me uit om te gaan stappen in Amsterdam. Ik ben mee geweest, maar echt leuk vond ik het niet. Cafés op de wallen en hij zou me wel aan een vrouw helpen. Dit heb ik uiteraard afgewezen. Door een op handen zijnde reorganisatie stond mijn baan op de tocht. Maar omdat ik ook eindelijk eens op mezelf wilde wonen, ik was al 24, wilde ik een vaste baan. Ik ging dus weer solliciteren. In de krant stond een baan als hoofdmonteur bij de UNA. Daar had ik ook stage gelopen dus ik wist wat ik moest verwachten. Voordat ik bij de UNA werd aangenomen moest ik nog een psychologische test ondergaan, of dat ik geschikt zou zijn voor m’n toekomstig werk. Alle testen die met techniek te maken hadden waren geen probleem. In 1 test zaten vragen verwerkt over je geaardheid. (Waar kijk je liever naar, mannen of vrouwen? En dan een multiple choice antwoord) Ik ging toen volledig op tilt. Ik weigerde die vragen in de test te maken want ik wilde niet dat zo een psychogelaar alles van me zou weten. Het is uiteindelijk goed gekomen, maar het geeft goed weer hoe diep ik in de kast zat. Ik werd daar aangenomen en na een wat ongelukkige start had ik het best naar m’n zin. Ik kreeg een vast contract en ging vervolgens op zoek naar woonruimte. Ik was immers al 25! En ik wilde uit huis. Na lang zoeken eindelijk een leuk huis gevonden. Na veel verbouwen begint het nu wat te lijken.

Zomer 1998
Op een zomeravond zat ik te denken over m’n eigen gevoelens. Ik was ondertussen depressief aan het worden want ik speelde maar toneel. Daardoor liep het op m’n werk niet lekker en privé ging ook niet alles op rolletjes. Voor de zoveelste keer zette ik alles op een rijtje. Wat wil ik in en met m’n leven. En wat zijn de consequenties van m’n besluiten? Na zo een paar uur te hebben nagedacht besloot ik om maar aan m’n gevoelens toe te geven. Alleen ik wist niet hoe. Op teletekst gekeken en na dagen twijfelen heb ik de Kringen gebeld. Toen ging alles in een stroomversnelling. Vele vragen kwamen in me op, want dit was toch helemaal nieuw voor mij. Ik wilde andere homo’s ontmoeten en ik wilde kijken hoe het in het wereldje toeging.

Deze kringen leken me wel wat. Dus ik ga bellen en wordt geplaatst in de kring Haarlem. De eerste avond ga ik met lood in m’n schoenen daar naartoe. Ik stel me voor en wordt vervolgens de hele avond genegeerd. Na afloop vraagt iemand of ik meewilde naar het COC. Ik met m’n stomme kop zeg dus ja. We komen daar binnen en ik verschans me in een hoekje zodat bijna niemand me ziet. De rest staat in een groepje te kletsen en op een gegeven moment zegt er eentje dat hij me kent. Inwendig gaan er allerlei alarmen en bellen af. Blijkt hij ook bij UNA te werken maar op de vestiging Velsen. Ik vertel hem dat niemand het weet en dat ik dat nog even zo wil houden. Vervolgens ga ik zo snel mogelijk weg. Ik voelde me betrapt en verraden. Waarom moet ik nou op een eerste bezoek een bekende tegenkomen? Maar aan de andere kant kon ik dat verwachten, ik begaf me immers in het hol van de leeuw. Ik heb immers 20 jaar in de buurt gewoond. En vele mensen ken je dan, in ieder geval van gezicht.

Op aanwijzing van de kringleiders voeg ik me bij een nieuw op te richten kring in Beverwijk. Daar heerst niet de cultuur van ons kent ons. Dus voor het eerst krijg ik het gevoel dat ik m’n verhaal en m’n problemen kwijt kan. Het volgende onderwerp komt dus ook aan de orde.

Ondertussen op m’n werk komt er een nieuwe stagiair. Ik vind hem leuk en het lijkt erop dat hij mij ook leuk vindt! Hij heeft precies dezelfde opmerkingen over vrouwen als dat ik heb en dat stemt me hoopvol. Ik werk veel met hem samen. Ik ben intens gelukkig als ik bij hem in de buurt ben. Al ben ik nog zo ziek ik ga naar m’n werk. Zoveel als mogelijk breng ik hem naar het station, want hij is met de trein. We werken steeds meer met z’n tweeën en als er even geen werk is gaan we samen op pad door het bedrijf. Een rondleiding door Eenheid 7 en door Eenheid 8. Ik help hem met het maken van zijn verslagen voor school. Ik probeer zoveel mogelijk voor hem te doen en de stage voor hem zo leuk mogelijk te maken. Ik beklim samen met hem de schoorsteen van Eenheid 7 en dat is best ver want die is 190m hoog. Ik had een fototoestel mee dus ik had eindelijk de kans om hem op de foto te zetten. Ondanks zijn protesten is het me toch gelukt om een mooie foto te maken. Voor het eerst sinds jaren krijg ik de neiging om iemand te vertellen over m’n gevoelens. Ik weet alleen niet hoe en wanneer. Ondanks de intieme sfeer die ontstond dorst ik het weer niet aan om hem te vertellen over mijn gevoelens ten opzichte van hem. Dus aan het einde van de dag geen resultaat maar wel een mooie foto waar hij met zijn hoofd helemaal op staat.. Deze foto heb ik nog steeds als achtergrond op m’n bureaublad van m’n pc. Steeds verder kwam ik in een dal. Aan de ene kant wilde ik iedereen vertellen hoe het zat en aan de andere kant was ik bang voor eventuele consequenties die zouden volgen op m’n coming-out. Later die maand hadden we een afdelingsfeestje, een barbecue in de werkplaats. Aangezien er op dit soort feestjes aardig gedronken wordt was ik de aangewezen persoon om mensen naar huis te rijden met de bedrijfsbus. Aangezien ik eigenlijk zelden of nooit alcohol nuttig mocht ik iedereen naar huis brengen. Aangezien hij in Lelystad woont waren de laatste kilometers alleen met hem, want de rest was dan al thuis. Hier had ik mijn kans, ik had me er helemaal op voorbereid en had alles, in gedachte, al 1000 keer doorgenomen. Toen eindelijk de een na laatste persoon was uitgestapt moest ik het hem maar vertellen. De zenuwen gierden door mijn keel en ik begon met het gesprek een bepaalde kant op te sturen. Maar op het laatste moment durfde ik het toch weer niet aan. Met een smoes nog bij hem thuis geweest. ( ik moest even plassen) Daar kennis gemaakt met z’n broer en z’n moeder. Ik kon mezelf wel voor m’n kop slaan dat ik het hem niet in de bus verteld had. Maar nu z’n moeder erbij zat kon ik het al helemaal niet meer. In een zwaarmoedige toestand weer naar huis gegaan. Jezus, wat voelde ik me ellendig. De directe aanpak durfde ik dus niet dan moest ik wat anders verzinnen. Maar wat waren andere opties?

Op een gegeven moment brak er iets in me. Ik voelde me zwaar klote en zat volgens mij op de rand van een depressie. Aan de situatie waar ik me in bevond moest een einde komen. Met de kringavonden werd ik ook gepushed om het kenbaar te maken. Wat maakt het uit hoe je je leven leeft, niemand zal je daarop afrekenen. Rond die tijd werd ook de film “Beautiful Thing” uitgezonden. Deze film laat een situatie zien die ik me regelmatig heb voorgesteld, 2 jongens die verliefd op elkaar worden en samen hun coming-out beleven. Aangezien deze film homoseksualiteit normaal in beeld brengt raakte ik emotioneel in een steeds dieper dal. Ik raakte er steeds meer van overtuigd dat ik het moest vertellen, maar ik wist nog steeds niet hoe ik het moest aanpakken. Allerlei variaties hadden de revue gepasseerd maar het kwam allemaal op hetzelfde neer. Je moet het gewoon in een directe confrontatie vertellen. Er veranderde niets aan mij zelf en als mensen het niet accepteren is dat niet jouw probleem. Ik wilde de jongen op m’n werk zo graag vertellen hoe het zat want ik was totaal verliefd op hem. Dus ik besloot tot het maken van een plan. In dit plan had ik voor mezelf opgeschreven over hoe, wie en wanneer. Alles had ik in 1 week gepropt. De achterliggende gedachte was dat als ik het toch aan het vertellen was dan meteen maar iedereen.
Als eerste kwam een goede vriend aan de beurt. Dit was met opzet want als hij het niet zou accepteren dan kon ik m’n strategie nog aanpassen. Met hem en zijn kinderen hadden we die zomer vakantie gevierd en als het contact na dit zou verwateren zou ik daar niet echt wakker van liggen. Dus op zondagavond 8 november 1998 was het zover. Ik ging naar Henk en in de loop van de avond kwam het eruit. We spraken over verliefdheden en vrouwen. Op een voorzichtige wijze gaf ik aan dat ik vrouwen niet echt (seksueel) interessant vond. Ik vertelde hem dat ik verliefd was op een jongen op mijn werk. M’n hart bonkte in m’n keel en de vlammen sloegen me uit. Hoe zou hij reageren? Gedurende de afgelopen zomervakantie hadden we echtwel eens ruzie gehad. Vaak om niets maar er waren nog steeds wel eens opmerkingen over. Maar hij vertelde me dat hij eigenlijk helemaal niet verbaast was. Tevens zei hij dat het voor hem een hele hoop dingen verklaarde. We hebben die avond oneindig lang lopen kletsen en vooral dingen lopen verklaren over de afgelopen vakantie. Hij had in de vakantie gedacht dat ik wat met zijn toen 11 jarige zoon wat wilde. Ik heb hem duidelijk gemaakt dat ik het een hele leuke jongen vind maar op een heel andere manier. We hebben dezelfde hobby en we kunnen goed met elkaar overweg. Maar een relatie met zijn zoon, dat nooit. Ik vond dat toch ook wel enigszins beledigend dat hij dat heeft gedacht. Maar gelukkig hebben we het kunnen uitpraten. Na dat gesprek is de vriendschap alleen maar intensiever geworden. En we zijn in 1999 weer met zijn kinderen op vakantie geweest. Dit keer zonder ruzie en ik kon eindelijk zijn wie ik was.

Nu dat goed verlopen was moest ik het toch maar aan m’n ouders vertellen. Nu moest ik dinsdag toch naar de tandarts en die is vlakbij het huis van m’n ouders. Dus ik had met m’n moeder afgesproken dat ik eerst even op de koffie zou komen. Dan zou voor mij het grote moment zijn! De nacht van maandag op dinsdag heel slecht geslapen en ’s morgens veel te veel koffie gedronken en vervolgens ook niet gegeten. Ik was dus zo zenuwachtig en gespannen als maar kon. Op de koffie bij m’n moeder, het grote moment was daar. Helaas toen ik kwam was m’n vader nog steeds thuis. Nu kan ik wel goed met m’n vader overweg maar over dit soort zaken praat ik nooit met hem. Daar kan ik veel beter met m’n moeder over praten. Dus eerst naar de tandarts. Dit was achteraf bezien niet zo’n goed idee. Aangezien ik vol met koffie zat, niet gegeten had en heel intens gespannen liep dat volkomen fout. Er moest een kies gevuld worden en dat werd verdoofd. De naald kwam op me af en vervolgens ging bij mij het licht uit. Ik schijn een minuut of 2 volledig knock-out gelegen te hebben en de tandarts was lichtelijk in paniek. Ze stuurde me direct door naar de huisarts want het was heel erg wat ik had, volgens de tandarts. Ik werd vervolgens door m’n vader opgehaald en bij de huisarts afgegeven. De werkelijke reden van het geheel heb ik hem, en de tandarts, nooit verteld. Vervolgens heb ik me ziek gemeld op m’n werk en gezegd dat ik niet zeker wist of ik de volgende dag zal komen. ‘sMiddags geslapen bij m’n ouders en om een uur of 3 ben ik een bakje thee gaan drinken met m’n moeder. De eerste vraag was natuurlijk over wat er nou aan de hand was. Ik schraap al m’n moed bijeen en ik ga het eindelijk vertellen. Op dat moment ging de telefoon, m’n zus moest zonodig bellen. Zij had geen slechter moment kunnen kiezen. Op dat moment realiseerde ik mezelf dat ik nog terug kon. Na het telefoongesprek komt m’n moeder terug en vraagt wat ik wilde zeggen. Ik stond in dubio, wel of niet vertellen? De waag sloeg naar de kant van wel vertellen. Dus ik vertel aan haar dat ik verliefd ben op een jongen en dat ik dat dus wilde vertellen. De reactie was echt zo van “is dat nou alles, dat had je toch al veel eerder kunnen vertellen! ” Zij vond dat ze mij zo hadden opgevoed dat ik dat gewoon had kunnen vertellen toen het begon te spelen. Al m’n paniek voor niets!

Ik heb vervolgens nog ruim een uur met m’n moeder zitten praten. Voor haar werden er opeens een heleboel dingen duidelijk en vielen diverse puzzelstukken op hun plaats. Aangezien ik met m’n vader wat minder goed kan praten heb ik m’n moeder gevraagd of zij het aan pap wilde vertellen. Nog voor dat m’n vader thuis kwam ben ik weer naar huis gegaan. Ik voelde me eindelijk gelukkig en er was een enorme last van m’n schouders gevallen. Ik verkeerde in een euforische stemming toen mijn vader belde. Voor het eerst in mijn leven hebben we langer dan 5 minuten gesproken over mijn situatie. Hij vond het in eerste instantie niet nodig om te bellen omdat hij mijn homoseksualiteit helemaal geen probleem vond. Maar omdat hij van mijn moeder gehoord had dat ik er wel een probleem van maakte heeft hij maar gebeld. We hebben een goed gesprek gehad en hij accepteert het gelukkig helemaal. Ik heb momenteel nog steeds een heel goede band met m’n ouders en zij blijven me steunen met m’n geaardheid. De dag dat dit allemaal plaatsvond vier ik nog elk jaar. 10 november 1998 dit was voor mij de dag dat mijn leven begon. Geen gelieg en gedraai meer, eindelijk vrij!

Dat euforische gevoel heeft een paar weken geduurd. In deze tijd kon ik het wel van de daken schreeuwen. Ik was eindelijk zover dat ik het aan m’n ouders verteld had en nu mocht de hele wereld het weten!

De volgende fase was het vertellen op m’n werk. Dit was een grote hobbel. Je brengt er toch 40 uur per week door dus als je gepest wordt ga je niet meer met plezier naar je werk. Ik had het m’n ouders verteld in een persoonlijk gesprek maar op mijn werk ging dat niet. Ik ben niet zo close met m’n collega’s en ik had weinig routine met vertellen hoe het werkelijk zat. Ik hoopte op medewerking van het WIS. (wandelgangen informatie systeem.)
Dus woensdag vol goede moed naar m’n werk. Ik moest weer samenwerken met Jan Henk en zomaar opeens voordat ik er eigenlijk zelf benul in had heb ik hem verteld dat ik homo was. Omdat het me heel erg bezig hield heb ik er kennelijk toch op aan gestuurd. Hij reageerde niet negatief of afwijzend. Vervolgens vertelde ik het nog een andere collega in de hoop dat het WIS de rest zou doen. Deze hoop bleek tevergeefs. En helaas die truc werkte niet. Dus vervolgens die collega na een week of 2 nogmaals aangesproken en het belang voor mij aan hem uitgelegd. Hij zou het aan de juiste personen doorbrieven. Ik hoopte het maar. Pas na m’n verlof in februari wist iedereen het en dat kwam zomaar op me af toen ik terugkwam. Ik heb met een paar collega’s heel intensieve gesprekken gehad en eigenlijk heeft iedereen het geaccepteerd. Sindsdien kan ik veel beter met m’n collega’s overweg. Ik ben nu het tegenovergestelde van vroeger, ik weiger om nog langer te liegen. Ik word steeds makkelijker om het volkomen vreemden te vertellen hoe het zit. Men hoeft maar een opmerking te maken en ik kop het balletje in.

Maar ondertussen speelde ook nog steeds m’n verliefdheid voor Jan Henk een rol. Hij wist van m’n homoseksualiteit maar niet van het feit dat ik helemaal verliefd op hem was. Dus in November heb ik een brief geschreven. Deze brief heeft nog 4 weken thuis gelegen want ik durfde het niet om die brief te versturen. Maar het in z’n gezicht vertellen had ik helemaal het lef niet voor. Dus vlak voor de kerst die brief op de bus gedaan. Er was nu geen weg meer terug! Die donderdag voor de kerst nog met hem samengewerkt en geprobeerd niks te laten merken. Een dag na de kerst kreeg ik een brief van hem. Ik durfde hem niet open te maken. In mijn brief was ik heel duidelijk geweest omtrent mijn gevoelens maar ik had aan hem de keus gelaten. In zijn brief stond dat hij hetero was en dat hij me wel aardig vond maar dat hij geen gevoelens voor mij had. Tevens stond erin dat hij er verder niet mee lastig gevallen wilde worden. Op dat moment heb ik voor het eerst in jaren liggen huilen op bed. Ik had dus een grove inschattingsfout gemaakt en ik wist niet meer wat ik met mezelf aanmoest. Ik heb zeker 6 weken alle kenmerken van liefdesverdriet gehad. En ik voelde me dan ook niet echt happy. Veel oud zeer kwam boven en daardoor voelde ik me nog ellendiger. Maar langzaam maar zeker zakte het machteloze gevoel weg. Later heb ik hem nog bedankt voor het feit dat hij de moeite had genomen om een briefje terug te schrijven. Hij verklaarde vervolgens dat hij zich rot geschrokken was van mijn brief maar dat hij er verder geen probleem van maakte. De laatste weken van zijn stage heeft hij nog steeds veel met me samen gewerkt maar hij deed er niet moeilijk over. Ik hield me dan ook aan de afspraak dat ik hem niet meer zou lastigvallen over mijn gevoelens ten opzichte van hem. Ik moet wel toegeven dat het heel moeilijk was. Steeds als ik hem zag werd ik weer warm van binnen. Tot op dit moment weet niemand op m’n werk wat er toen gebeurd is, ik denk dat ook maar zo moet blijven.

Nadien ging het steeds makkelijker met m’n coming-out. De eerste fase was achter de rug. De voor mij belangrijke personen waren op de hoogte van het feit dat ik op jongens val en niet op meiden.
Nu was ik een weg ingeslagen en ik kon niet meer terug. De volgende fase beschrijf ik maar als uitbundig. Ik kon het wel van de daken schreeuwen! Iedereen mocht het weten want IK had de beslissing genomen om open te zijn. De fase die toen volgde was het verkennen van de homowereld. Ik was nog nooit uit geweest en ik wilde dat ook niet alleen doen. Doordat ik een abonnement op het homojongerenblad Expreszo had genomen lag er de mogelijkheid voor contactadvertenties. Na eerst zelf eens gereageerd te hebben op een advertentie heb ik zelf een advertentie geplaatst. Diegene waarop ik gereageerd heb correspondeer ik nog steeds mee. Als persoon passen we helmaal niet bij elkaar. Hij kruipt door negatieve ervaringen steeds verder de kast weer in terwijl ik steeds opener word en m’n geaardheid een plaats in mijn leven probeer te geven. Maar om op die advertentie terug te komen, ik kreeg hier zowaar 4 reacties op. Ik heb ze allen teruggeschreven maar van een heb ik nog eens antwoord gehad. We delen een hobby nl. treinen. We zien elkaar nog regelmatig en gaan dan samen uit. Hij was voor mij de inleiding tot de homowereld. Zo kan ik samen met iemand uitgaan en ben ik niet meer alleen. Ik voel me dan veel beter want je kan altijd op iemand terugvallen.

Verder heb ik in de zomer van 1999 allerlei activiteiten ondernomen. Het klinkt misschien wat overdreven maar ik moest echt voor mezelf een drempel overwinnen om die stappen te zetten die ik die zomer gezet heb. Zo had ik me opgegeven voor een kampeerweekend voor jongeren van het COC Friesland. We zijn toen naar Schiermonnikoog geweest en ik heb daar een hele hoop nieuwe mensen leren kennen. Wat vooral opviel is dat de meeste homo’s er niet uit zien als het stereotiepe beeld wat ik van homo’s had. Zij, en ik dus ook, zien er voor het overgrote deel gewoon uit. Vervolgens heb ik me ook opgegeven voor een midweek vakantie in Baarlo (Limburg). Deze midweek was georganiseerd vanuit de landelijke organisatie De Kringen. We waren met een groep van 35 mensen. Ik heb daar kennis gemaakt met het fenomeen workshop. Allerhande vage onderwerpen passeerden de revue. Dit was een aspect waar ik mij niet in kon vinden. Maar je kan pas oordelen over iets als het hebt meegemaakt. In deze week heb ik ook iemand ontmoet waarmee ik het goed kon vinden. Hij was verliefd op mij! Ik wist niet dat dat ook kon. Op de laatste avond heb ik voor het eerst gezoend met een man. Ik voelde me daar zo goed bij dat ik wist dat ik de goede beslissing had genomen met m’n coming-out. Mocht ik nog twijfelen aan mijn geaardheid is die twijfel op dat moment geheel weggenomen. Deze relatie, in zoverre je van een relatie kon spreken, heeft 3 weken geduurd. Ik vond hem best wel leuk en we hadden het leuk. We zijn samen naar het strand geweest en hij is tot ’s avonds laat bij mij thuis gebleven. Die avond hebben we voortgezet wat we in Baarlo begonnen waren. Het is gebleven bij intens zoenen en verder niet veel eigenlijk. Verder wilde ik niet gaan. Iets hield me tegen. Op dat moment kon ik er geen vinger opleggen waarom niet. Toen hij weg was ben ik gaan nadenken en gaandeweg dat proces kreeg ik steeds meer moeite met het leeftijdsverschil. Hij was immers 18 jaar ouder. Ik voelde me toch enigszins gebruikt, maar ik had hem zelf toestemming gegeven. Dus ik kan hem niets verwijten. Vlak voor mijn vakantie heb ik besloten om er een eind aan te maken. Ik heb hem een briefje gestuurd waar ik hem uitlegde hoe ik me voelde. Ik heb vervolgens niets meer van hem gehoord. Aan de ene kant verbaast me dat en aan de andere kant kan ik hem ook geen ongelijk geven.

Sinds de zomer van 1999 speel ik ook wat met het internet. Natuurlijk ben ik wezen kijken op de homosites. Maar al deze sites blinken uit in platheid en goor gedoe. Ik stel me toch iets anders voor bij seks. Bovendien zijn de getoonde plaatjes dermate expliciet dat enige fantasie niet meer nodig is. Het spannende is er dus helemaal vanaf. Ik vind iemand zijn karakter belangrijker dan uiterlijk. Natuurlijk speelt uiterlijk een rol maar niet een hoofdrol. Nou moet ik zeggen dat die supersportieve en gespierde lijven me niet echt aantrekken. De jongens waar ik tot nu toe op verliefd geweest ben waren van allerlei slag. Zij zagen er gewoon uit en hadden niet dat overdrevene wat veel ‘mooie’ jongens wel hebben. Die weten dat ze mooi zijn en die wetenschap gebruiken zij ook. De jongens die ik het aantrekkelijkst vind blijken bijna allemaal hetero, tenminste zover ik het weet. De enigste waar ik nog altijd aan twijfel is Pascal. Maar hem heb ik helaas nooit meer gezien na de Mavo. Door het internet ben ik wel allerlei nieuwe mensen tegengekomen die ook homo zijn. Op de site van Expreszo is een forum, een soort bulletinbord, waar je allerlei (persoonlijke) berichten kunt achterlaten en waar anderen vervolgens op kunnen reageren. Deze groep mensen hebben vervolgens een “forum-meeting” georganiseerd, na veel vijven en zessen ben ik ook mee gegaan. Een hele leuke avond gehad en veel homojongeren leren kennen. De meeste waren veel jonger als dat ik ben maar ik heb veel respect voor hen. Zij hebben tenminste wel de moed gehad om het vroeg te vertellen.

Ook door internet iemand leren kennen waarmee ik alleen E-mail contact heb. Hij komt mij betrouwbaar over dus ik sta redelijk open voor hem. Alles wat me bezig houdt vertel ik hem. Hij doet dat ook en ik vind het best spannend en leuk. Zo leer je iemand te beoordelen op karakter en niet op uiterlijk.
Door zo met elkaar te praten kan ik zorgvuldiger formuleren wat ik bedoel en komt het beter over. Of wij elkaar nog eens zullen ontmoeten weet ik niet. Aan de ene kant lijkt het mij heel leuk en aan de andere kant als je iemand ontmoet die je wel kent qua karakter maar helemaal niet qua uiterlijk kan het wel eens heel erg tegenvallen. Ook verdwijnt dan een stuk van de mystiek om de anonimiteit. Maar als je elkaar nooit ontmoet kan je een kans weggooien voor een hele goede vriendschap. En dat zou ik ook niet willen. Voorlopig nog maar even mailen en dan zie ik wel of we elkaar willen ontmoeten. Ik ben nu wel tot het inzicht gekomen dat je hele leven in het teken staat van je coming-out. Aangezien je niet tot de (hetero) meerderheid behoord moet je keer op keer uitleggen hoe het dan wel zit. Gelukkig wordt het in Nederland goed geaccepteerd. Een enkele keer komt het voor dat iemand zich openlijk negatief uitlaat maar dit is een zeldzaamheid. Doordat ik nu vrijer in het leven sta ga ik steeds meer dingen leuk vinden. Het leven bestaat niet alleen uit geld en werk. Ik bevind me momenteel nog steeds in een verkenningsfase. Ik probeer allerlei nieuwe dingen en als ik het leuk vind doe ik het gewoon nog eens. Langzaam maar zeker krijg ik nu ook homovrienden en wordt de muur die ik om mij heen had gebouwd steeds lager. Het doel is deze geheel af te breken maar het gaat niet zo snel als dat ik hoopte. Maar ik ben in ieder geval op de goede weg.

December 1999-12-23

Ivar